Er is melding gemaakt van een hepatitis-uitbraak in meerdere landen, met een ‘onbekende oorsprong’, onder kinderen van 1 maand tot 16 jaar oud.
De Wereldgezondheidsorganisatie meldde afgelopen zaterdag dat er in 11 landen minstens 169 gevallen van acute hepatitis bij kinderen zijn vastgesteld, waaronder 17 die een levertransplantatie nodig hadden en één sterfgeval.
De meeste gevallen, 114, zijn gemeld in het Verenigd Koninkrijk. Volgens de WHO zijn er 13 gevallen in Spanje, 12 in Israël, zes in Denemarken, minder dan vijf in Ierland, vier in Nederland, vier in Italië, twee in Noorwegen, twee in Frankrijk, één in Roemenië en één in België.
De WHO meldde ook dat veel gevallen gastro-intestinale symptomen meldden, waaronder buikpijn, diarree en braken voorafgaand aan ernstige acute hepatitis, verhoogde leverenzymwaarden en geelzucht. De meeste gevallen hadden echter geen koorts.
"Het is nog niet duidelijk of er een toename is in het aantal gevallen van hepatitis, of een toename in het bewustzijn van gevallen van hepatitis die in het verwachte tempo voorkomen maar onopgemerkt blijven", aldus de WHO in het persbericht. "Hoewel adenovirus een mogelijke hypothese is, wordt er onderzoek gedaan naar de verwekker."
De WHO zei dat het onderzoek naar de oorzaak zich moet richten op factoren zoals "verhoogde vatbaarheid bij jonge kinderen als gevolg van een lagere circulatie van adenovirus tijdens de COVID-19-pandemie, de mogelijke opkomst van een nieuw adenovirus en een co-infectie met SARS-CoV-2."
"Deze gevallen worden momenteel onderzocht door nationale autoriteiten", aldus de WHO.
De WHO moedigt lidstaten “sterk aan” om potentiële gevallen die aan de gevalsdefinitie voldoen, te identificeren, onderzoeken en melden.
Plaatsingstijd: 29-04-2022
